
“Vraag een docent wat hij vindt van de sociale cohesie in zijn klas en hij begint direct te praten. Maar docenten blijken er niet altijd hetzelfde onder te verstaan,” merkte Gert-Jan Veerman, onderzoeker aan de Radboud Universiteit. Dankzij het onderzoeksproject ‘Sociale cohesie in de klas’ is er nu een heldere, brede definitie én straks een online tool en serious game om sociale cohesie te ‘meten’ en er in de klas aan te werken.
Dit onderzoeksproject is deel van het startimpulsproject Gelijke kansen voor een diverse jeugd, van de route Jeugd van de Nationale Wetenschapsagenda. Het is een gezamenlijk project is van de EUR (Reinhilde Pulinx en Sabine Severiens), de RU (Gert-Jan Veerman, Kylie Alink en Eddie Denessen) en de Hogeschool Utrecht (Maaike Hajer).
“Wij wilden allereerst grip krijgen op het begrip,’ vertelt Gert-Jan. ‘Als een docent zegt iets te willen doen aan de sociale cohesie in zijn klas, of het wordt hem gevraagd, kan dat van alles betekenen.” Daarom begon Gert-Jan met een review studie, gecombineerd met een studie op verschillende scholen om te zien wat er op dit moment al met sociale cohesie gedaan wordt in het onderwijs.
Sociale cohesie: drie aspecten
Uit dit eerste deel van het onderzoek kwam een brede definitie van sociale cohesie naar voren, bestaand uit drie delen:
- sociale relaties tussen leerlingen: vind je de ander(en) aardig?
- belonging: heb je het gevoel erbij te horen, vertrouw je de ander?
- omzien naar elkaar: zou je de ander(en) helpen?
Bij dit onderzoek is zowel het individueel perspectief als het groepsperspectief betrokken: hoe ervaar je het als leerling zelf en hoe kijk je naar de klas? Over dat tweede, het groepsperspectief, zijn veel kinderen negatiever. Ze geven bijvoorbeeld wel aan zelf bereid te zijn om klasgenoten te helpen, maar ervaren minder sterk de bereidheid tot hulp van klasgenoten. Gert-Jan: ‘Tot nu toe kozen onderzoekers vaak voor óf observaties óf vragenlijst en groepsperspectief óf individueel perspectief. Gert-Jan: “Wij hebben én én gedaan, zodat de hele breedte van sociale cohesie in beeld kwam.”
Profiel maken van een klas
Op basis van deze methode zijn unieke profielen gemaakt van zes klassen op twee scholen in twee diverse wijken. In die profielen lopen de scores op de drie aspecten van sociale cohesie uiteen. Gert-Jan: “Je kunt bijvoorbeeld niet zeggen: als een klas positieve relaties heeft, dan betekent dat ook automatisch dat iedereen naar elkaar omziet. En in een klas waar de sociale relaties onder druk stonden – de leerlingen vonden elkaar niet aardig – waren ze wel bereid om elkaar te helpen.”
Inzicht bij leraren
Docenten reageren positief op het inzicht dat zo’n profiel ze oplevert. “Ze worden zich bewust van de nadruk die ze zelf onbewust leggen,” legt Gert-Jan uit. “Ze willen er vooral voor zorgen dat de relaties tussen kinderen goed zijn. Daardoor raken belonging en het naar elkaar omzien eerder op de achtergrond.
Door zo’n profiel te maken, krijgen leraren de breedte in beeld. En kunnen ze ideeën opdoen: waaraan kan ik werken? Wat gaat er al goed?”
Sociale cohesie is fluïde
Reinhilde Pulinx, mede-onderzoeker, werkzaam op de Erasmus Universiteit in Rotterdam, kwam tot nog een extra inzicht: “Sociale cohesie blijkt fluïde en kan best snel veranderen. In een klas waar in eerste instantie de sociale relaties niet goed ‘scoorden’, bleek dat in de maand dat ik aan het observeren was te veranderen. De contacten werden positiever.”
Is maximale cohesie altijd goed?
Over ‘belonging’ vertelt Reinhilde: “We hebben gekeken naar de klas, maar ook naar de school als geheel. Op een van de scholen merkten we bijvoorbeeld dat het vertrouwen in klasgenoten wel groot was, maar op schoolniveau waren leerlingen daarover duidelijk negatiever. Leraren gaven bovendien aan dat de sociale cohesie binnen de school heel sterk is, maar dat leerlingen negatief staan tegenover een andere school. Sociale cohesie kan ook té sterk zijn.”
Online tool en serious game
De wetenschappelijke meetmethode die tijdens dit project ontwikkeld is, wordt door een onderzoeksbureau omgezet in een instrument dat hanteerbaar is voor de praktijk. Gert-Jan: “Dat gaan we samen met leraren doen. Het wordt een online tool waarmee leraren het profiel van een klas kunnen samenstellen. Daarnaast komt er een serious game, zodat je in een klas samen kunt werken aan sociale cohesie. Ook die serious game ontwikkelen we samen met leraren.” Beide producten zijn er vóór de zomervakantie van 2021, is de planning.